Ton Coops (1940)
Bij wijze van introductie
Werk en hobby hebben mijn hele leven naast elkaar bestaan. Nu het werk officieel is afgelopen, kan ik meer tijd besteden aan de hobby. Die tijd is slechts het enige verschil. Want inzet en energie zijn niet veranderd. Dat de vroegere hobby van fotografie is overgegaan in beeldhouwen is minder belangrijk.
Mijn oog voor mooie dingen heb ik van mijn vader meegekregen. Het lag dan ook helemaal in de lijn dat ik al als kind tekende en schilderde. Rond mijn dertigste werd de fotografie mijn grootste hobby. Dat betekende concreet dat ik naar de fotovakschool in Apeldoorn ging, want ik wilde alles weten over de finesses van het vak. Uiteraard werd ik lid van een fotokring (Geleen). Jaren heb ik zeer intensief gefotografeerd maar door drukker wordende werkzaamheden is dat langzaam verflauwd.
In de tachtiger jaren ben ik in de vakanties als hobby gaan beeldhouwen. Nadat ik in 2000 met werken was gestopt was ik eindelijk in staat meer tijd in te ruimen voor mijn creativiteit. Ik nam potlood en penseel weer ter hand, maar beeldhouwen bleef de hoofdhobby. Eigenlijk ben ik autodidact alhoewel ik een drietal 14 daagse cursussen in Zuid-Frankrijk volgde en een aantal jaren in de wintermaanden les kreeg van Dick van Wijk en Rietje Geurts beiden in Roermond. Ook ben ik vanaf 2001 lid van Expressiegroep de Ruif in Elsloo. Momenteel krijg ik daar les van Vivianne Schuijren, beeldend kunstenares uit Maastricht die mij weer meer aan het werken in hardere steen (marmer, diabas, arduin) heeft gebracht.
Zoals al hierboven gezegd, mijn oog voor mooie dingen heb ik van mijn vader meegekregen. Hij zag de schoonheid om zich heen en praatte daar graag over. Ik als kunstenaar breng voor mezelf een ode aan die schoonheid, zij het abstracter als in woorden. Mijn echte passie is het omzetten van gedachten via handwerk, (kappen, slijpen, schuren en boetseren) naar een sculptuur. Als ik een idee in m'n hoofd heb, wordt het meestal een bronzen of hardstenen beeld. Bij zachtere steen (vaak albast) bepaalt de reeds aanwezige vorm dikwijls de richting en is het resultaat ook het meest abstract en meestal organisch van vorm. Vaak tracht ik vorm te geven aan begrippen als kracht, stroomlijn, transparantie, of (voor mij) aan schoonheid, met als resultaat een beeld met interessante lijnen en diepte. Sommige van mijn beelden dragen nog een naam. Bizon bijvoorbeeld als toonbeeld van kracht, maar het is geen bizon zoals wij die kennen. Veel van mijn beelden dragen slechts een nummer. De beschouwer vult zo nodig zelf een naam in.
Het is duidelijk dat ik beelden maak voor mezelf. Ik hield ze altijd vast in mijn directe omgeving, hoewel ik het leuk vond om ze aan mensen te laten zien. Ze verkopen wilde ik lange tijd niet. Maar langzamerhand raakte mijn huis en tuin vol. Nu kan ik gemakkelijker afstand doen. Ik beschouw het als een compliment, wanneer iemand een beeld van mij wil kopen. Zo heb ik al vele complimenten gekregen.